23 Februari 2019
Eerst met m’n fiets naar de dealer. Er zat een tik in de kettingkast.
Afgesproken met Anouk en zij was er ook bij, toen die tik er was. Van huis naar
de dealer was het er 3 keer. De fiets heb ik nog maar pas, dus trek ik aan de bel.
Was goed, achterom de fiets naar binnen en eigenlijk waren ze te druk. Ik
vertelde, dat ik maar weinig dagen kon en hij kwam met z’n hand over z’n hart.
Of gaat die tekst niet zo? Strijken is het geloof ik.
Enfin, achterom de werkplaats in en is ie ook nog een ommetje gaan
maken. We konden er op wachten, alhoewel het zijn pauze was. Dat vonden we
sneu, als we eens wat lekkers haalden, hoe werd dat gevonden?
In, helemaal in. Dus Anouk en ik naar AH, daar vlakbij en kochten met
bonus een halve appel/kruimelvlaai.
Dat viel in goede aarde. M’n fiets was klaar. Ik had nog wel een paar
andere dingetjes gemeld en ook daar was aan gesleuteld. Prima lui, die
fietsendealer van mij. “Gauw weer komen”, riep ie ons nog na. Wat dat lekkers
al kan doen.
Vandaar naar het
kattencafé, ik had geen idee, wat ik mij daarbij kon voorstellen. Het was leuk,
warm en lief. Hoeveel katten er rond liepen weet ik niet meer, maar veel grote
langharige raskatten.
We bestelden chocomel en daar schijnen de katten gek op te zijn, ineens
waren ze er allemaal. Je moet gewoon op je hoede zijn, want het zijn monsters
in het stelen. Je mag hen niks geven. Maar ze jatten wel. We zagen een kat bij
iemand anders zo een gebakje wegjatten. Lachen alom.
Bij iemand op schoot lag Marley, hij had m’n hart gestolen. Als ik de
kans kreeg, zou ik daar wat mee willen en die kans kreeg ik. We verhuisden van
de bank naar een tafel met stoelen. Ze zaten beroerd, oh jee, wat een houten
kont kreeg je daarvan. Voor het goeie doel moet je wat over hebben en dat had
ik.
Marley kwam op tafel zitten vlak voor onze neus. En we vroegen of de
eigenaresse ons op de foto wilde zetten. Mooi geworden, al zeg ik het zelf.
Maar daar hield het niet op. Ik begon een gesprek met Marley. Ze was stoïcijns,
zo leek het. Heel langzaam zag ik hem ontdooien en knipperde ze met de ogen. Ik
maar aaien en zacht praten en....we hadden contact. Ik schoof achteruit, liet
m’n geweldige schoot zien en daar kwam hij aan. Kroop in een rondje en ik maar
aaien, tot ze begon te spinnen. Het was me gelukt. En zo hebben we het nog een
lange tijd vol gehouden, tot we toch echt verder moesten. We hadden nog
plannen.
Met een houten kont verliet ik het pand, samen met Anouk.
Nog naarstig naar mijn sleutels gezocht, ze waren weg, maar kwamen terug.
En daar stond m’n nieuwe fiets te wachten op z’n bestuurder.
Er was ook een enorm mooie creme kat met bruin bij staart en hoofd,
Parel genoemd. Zo’n eigenwijze mooie poes. Wel lui, ging overal een poosje
liggen. Moos, de grijze kater was meer onderweg. De kinderen, die ook binnen
kwamen speelden met de poezen/katten en wij keken genietend toe.
We hebben gezien, dat ze hun lunch kregen, dat hield niet in, dat ze
verder niet hongerig waren. Hongerige wolven, dat zijn het.
Anouk, oma heeft genoten, ik weet weer hoe een kat voelt, spint en mooi
is. Ik ben een kattenmens, zeker weten.
De foto’s komen of eronder of er tussendoor. Wat maar leuk en mooi is.
Het was een waar genoegen en ik kom er vast weleens weer. Zou Marley me dan nog
herkennen??? Ik hoop het en anders bouw ik het weer langzaam op.
Het Katten-cafë, de moeite waard. Sam en Moos heet het café.
FRAN
No comments:
Post a Comment