16 Mei 2019
De
oogarts.
Ik bracht
Anne naar het busje en daar zien me toch een aantal lachende kereltjes aan.
“Allemaal
mannen deze keer”, zeg ik en ze preuvelen allemaal zoiets van: “Ja”. En nog wat
onhoorbaars.
Prachtig,
ze zijn niet meer bang voor me, we vinden elkaar aardig, tenminste....vandaag.
Anne gaat
op pad met de sleutel, zijn eigen sleutels. Ik moet vanmiddag naar de oogarts
en dat kan behoorlijk uitlopen. De chauffeur weet ervan, maar wilde toch, dat ik
‘m de sleutels meegaf.
Wie duimt
ermee, dat ik eerder thuis ben? Anne moet echt niet alleen in huis zijn. Doet
dingen, die hij later ontkent, niet meer weet. Dat moeten we niet hebben.
Ik zwaai
ze na en iedereen doet mee, hééééérlijk.
Intussen
alweer van alles moeten kopen, kleinigheden van grote omvang. WC-papier en meer
van die enorme dingen die niet zwaar zijn, maar groot om te vervoeren. Was net
deze morgen goed voor.
Nu een
broodje eten en op naar W. Z. A...
Vroeger
terug dan verwacht, zelfs nog een latte nogwat gedronken. M’n blik op oneindig
en toch maar gaan. Het fietsen viel tegen, alles wat ik zag, leek zo dichtbij
en zo breed. Maar ik ben thuis en Anne kan komen.
Ga nu
even rusten en hopelijk is mijn blik straks weer beter en anders werp ik een blik
ergens anders naartoe. Zou het helpen?
Volgens
de arts heb ik een bijzondere afwijking. Ach ja, ik ben nu eenmaal bijzonder.
Het komt niet vaak voor. Jammer dan.
Ik herken
pas de mensen, als ze stilstaan of wat zeggen, hun stemmen zitten in m’n hoofd.
Dan weet ik, wie het is, maar dat went, dat heb ik al m’n hele leven. Sommige
mensen noemen dat eigenwijs. Tja.....zo kun je het ook noemen. Zij die mij
kennen, weten het inmiddels al.
Over 3
jaren terugkomen. Ik zei: “Als ik er dan nog ben!”.
“Daar ga
ik wel van uit”, zei ze met een luide lach, ik lachte terug.
FRAN
No comments:
Post a Comment