12 September 2019
Anne wist de weg niet meer in huis.
Erg moe, denk ik. Het wreekt mij, die slapeloze tijden, dus hem ook vast
wel. Zelfs de keuken kon hij niet vinden. Later was de WC een moeilijkheid en
heb ik ‘m gebracht.
Ik vroeg ‘m of hij z’n piemel wel kon vinden en hij barstte in lachen
uit en zei: “Weg jij”.
Daarna moest hij nog z’n inlegkruis geplaatst hebben, iets wat ik altijd
doe. Ik vroeg, of ie z’n hemd even wilde optillen. Hij deed het en ik zei tegen
diezelfde piemel: “Goeienacht jongen”.
Weer schoot ie in de lach en zei: “Jij bent echt niet wys”, en lachte
z’n lege bekkie zichtbaar.
Dat was zo’n beetje het laatste, nog even geknuffeld en met een goed
gevoel ben ik nu hier.
Mag ik hopen, dat deze nacht alles weer wat beter maakt en hij de weg
vannacht blijft kennen? Moeilijk hoor, ik doe er wel luchtig over, maar voel me
zo bezwaard.
Wat een rot ziekte.
Die nacht bleef ik onrustig, stel hij weet de weg nog steeds niet. Bij
het eerste geluidje rende ik al naar beneden. Waarschijnlijk was dat bij de
buren, Anne lag nog lekker te slapen.
Toch niet veel later, Anne ging uit bed. Ik wachtte even en hoorde hem
zich verplaatsen. Ben er heel zachtjes naartoe geslopen en zou hij net weer in
bed gaan.
Ik vroeg: “Weet je de weg alweer?”. “Ja hoor”, zei hij met een glimlach.
Ik kon ‘m wel opeten.
Toch werd mijn nacht geen rustige. Dat lag deze keer niet aan Anne, dit
ouwe mens zat zichzelf in de weg.
Inmiddels is het alweer de volgende dag en ben ik klaar voor de start. I
care komt Anne wassen, dus heb ik het even minder druk.
We gaan er weer voor.
FRAN
No comments:
Post a Comment