23 Februari 2020
Bedtijd.
Ik help Anne om bed-klaar te komen.
Daar
heeft ie altijd moeite mee. Wil op bed, maar dan zijn al die handelingen net
wat teveel, dus schiet Froukje te hulp.
De
volgorde houd ik altijd hetzelfde, maar Anne besluit iedere avond anders.
Uiteindelijk komen we goed bij elkaar en doe ik de laatste handelingen.
Eindelijk ligt ie er lekker in, pepermuntje in de mond, zegt hij: “Mijn gebit,
zit die wel in het bakje?”.
Ik weet
zeker, dat het goed zit, maar voor hem zeg ik: “Ik kijk wel even”. “Anne, er
zit een gebit in het bakje en die is niet van mij”. Dat snapt ie dan helemaal
en moet hard lachen en zegt, “dan is die van mij”.
Zo
sluiten we af. Met een tas vol kleding en een tas met medicijnen ga ik de trap
op.
Eerst
wilde hij zelfs al met plas-fles in emmer naar boven, daar zou z’n bed zijn.
Dat blijft moeilijk. Ik zeg: “Dan ruilen we en slaap ik hier. Maar hoe moet
dat, de trap mag je niet op immers”. Vindt ie ook weer heel geinig en kruipt in
bed.
Morgen
meer, vandaag sluit ik af met "trusten allemaal".
24 Februari 2020
Vanmorgen
was alles weer mis. Anne voelde zich....hij wist het niet uit te drukken. Ik
zeg nog: “Misschien was het een droom?”. “Was het maar waar”, zegt ie terug.
Voorzichtig
kijk ik om me heen, emmertje met plas-fles foetsie. Anne wijst ze aan, het
emmertje met plas onder de kast, de plas-fles leeg onder het bed. Ik vraag
voorzichtig, hoe dat kan.
Een heel wazig verhaal. We gaan er even voor zitten,
maar er komt niks zinnigs uit. Ik blijf vragen, waar de pijn is en Anne denkt
na. Een goed teken, geen pijn dus.
Geen leuk
begin, je zou je rot schrikken, als je hem niet kent. Het is maandag, na twee
vrije dagen is het ritme eruit.
Ik ga
dapper verder, roep hem om hem te wassen en ik laat ‘m zichzelf afdrogen om te
zien of er echt pijn is. Die is er, zijn linkerschouder. Ik neem het over en
vraag of hij zichzelf wil aankleden of dat ik het moet doen.
“Zelf doen”,
het is alsof ik onze dochter van toen twee jaar hoor praten.
Ik ga
verder met tafeldekken. Anne weet niet goed meer bij me binnen te komen en
probeert het met maar één boterham te willen. Ik stem zelfs toe, wat een
overwinning voor hem.
Ik weet
immers, bij Liesbeth wordt ie vol gestopt, zal hij nooit iets weigeren. Anne is
nog niet helemaal blij en ik zeg: “Ilona komt hier me helpen”. Ineens is ie
klaar om weg te gaan, zet de rollator klaar, alles erop en eraan.
“Zo”, denk ik, “weer gewonnen”. Het is een
maandagochtendspel wat we spelen.
De
chauffeur komt, zo’n aparte man, heel aardig, dat wel.
Hij
roept: “Al wakker?”. “Klaar!!!”, roep ik terug. Hij lacht en zegt: “Ik niet”.
Ik op mijn beurt: “Zal ik rijden?“. “Ik zet ‘m op de automaat”, roept hij
terug.
Anne stapt
in, ik kijk of hij de gordel omdoet, waarachtig, hij doet het NIET, maar onze
malle Pietje helpt hem en lacht tegen mij: “Laat die man toch, ik pas op hem”.
“Dus, ik hoef niet mee?”, roep ik nog. Hahahaha hoor ik hem lachen.
Anne is
onderweg en ik zucht eens diep. Dit is de eerste keer, dat hij met één broodje
is weggegaan.
Ik ben benieuwd of ie dat onthoudt, het voelt vast als een rijke
overwinning.
Mijn hulp
Ilona is er en samen zijn we sterk en zetten onze schouders eronder, er moet
wat gedaan worden.
FRAN
No comments:
Post a Comment