Wednesday, 27 May 2020

De boom die wordt hoe langer hoe dikker...


27 Mei 2020

Liesbeth van de Vierackers is vandaag voor het laatst geweest. Anne en zij hebben een heel eind gelopen en het was warm. Anne is moe, dus Liesbeth vast ook wel.

Ze vertelden me de route en dat was best lang. Ik ken ‘m, we doen ‘m vaker en meestal dan ietsje anders.

De foto is rondom een boom, een heel leuk plekje vlakbij Groenland, tuinderij en als je doorloopt, kun je naar de sportvelden en ook dat hebben ze gedaan.

De boom moet nog erg groeien, eer deze tekst van toepassing is. Het is een liedje uit m’n verleden en alle keren, als we de boom bezoeken en er plaatsnemen, denk ik weer aan dat liedje.

Het spijt me, dat gezellige Liesbeth ons niet meer komt bezoeken, het was reuze leuk en ook heel nuttig. Volgende week donderdag zal Anne weer aantreden, maar dan bij Anneke, de Friezin.

Als we elkaar spreken, praten we Fries. Het is niet mijn Moedertaal, ik kom uit de stad (Leeuwarden).


Het Frysk heb ik bij Anne thuis geleerd en dat was poot-aan. Schatten van schoonouders, toch moest je je wel snel aanpassen. Er werd alleen maar Fries gesproken en zo kon er weleens een vergissing ontstaan.

Anne z’n moeder, Mem genaamd, vertelde over Anne, dat ie nog zo’n klein ventje was. Ze zei: “Do wie der dus nog san lyts bunkerke”. Ik dacht nog, dat is grof, om aan zo’n klein knulletje de naam bunkertje te geven. Maar goed, ik sla dat op in mijn geheugen en soms vertelde ik ook weleens wat.

Namelijk iets over hun klein kind, ons aller Grietje, toen ze nog zo’n bunkerke was.

Ik hoor hen beiden nog lachen. Het was niet bunkerke, maar beukerke. Ook een rot-naam toch?

En op die manier leerde ik Fries praten.

Die Grietje, Greet voor mij, is dezelfde Grytsje die mijn blog in elkaar timmert, wat voelt de wereld klein als ik dit zo optik. Misschien kan ik eerdaags eens een foto van haar posten, eentje uit duizenden, die Grytsje. En van vele markten thuis. Waarom ze zo nodig naar Australiƫ moest emigreren..... Wat die Jon voor krachten heeft.... Alleen zij zal het weten, ze horen bij elkaar.

Als het even lukt, gaan we morgen weer naar de boom die steeds dikker wordt. Even uitrusten.

Voor nu stop ik, morgen ga ik verder.

En weer is er een nieuwe dag met nieuwe kansen. Het weer is goed, de was hangt en Anne is bladeren vegen, dat doet ie iedere dag. Hoe het kan, weet ik niet, maar iedere dag liggen er verse groene bladeren van de mooie Eikenboom bij ons achter. Te droog? Het zou toch zonde zijn, dat de boom nu groene bladeren laat vallen. Het mag ‘s nachts regenen, wie kan daar voor zorgen???

Ik moet even wat kwijt, Liesbeth is hier nu drie keer geweest en wat dat al een lucht gaf in onze samenleving, dat kan ik bijna niet benoemen. Zij komt niet weer en ik heb nu al heimwee.

Maarrrrr......vanmiddag wordt er weer gewandeld en zal de wereld voor ons opengaan. Liefst een nieuwe route, we zullen wat uitproberen. Ik zie er al naar uit. Nadien kom ik hierop terug.

Wel via de boom, die steeds dikker zal gaan worden. Het kan even duren. De bank is er omheen getimmerd en had tijden terug al onze aandacht. Zo leuk, dat juist Liesbeth en Anne daar terecht kwamen.

We zijn helaas niet langs de bank gekomen, waar Lies en Anne de foto maakten, maar wel langs een dikke boom. Het liedje gaat als volgt:

De boom die wordt hoe langer hoe dikker,
de boom die wordt hoe langer hoe dikker...

Even een kleine uitleg, dan gaf je elkaar de hand en maakte er uiteindelijk een hele lange slinger van en dan vouwden we ons om de eerste persoon en zo draaiend tot de slinger op was. Soms vielen we met z’n allen. Grote hilariteit. En zo zag ik het weer voor me. Als je de eerste was, viel je heel zacht.

De dikke boom met Anne staat dus voor de tekst.

Hier moeten jullie het vandaag mee doen. Het was een fijne wandeling, de wind blies ons een andere kant uit, dus niet langs de boom met bankje van Liesbeth en Anne.

Knuffel op afstand voor Liesbeth...

FrAn

No comments:

Post a Comment