4/5 Mei 2020
“Wandelen
moet”, zei Anet van I care en ....we wandelden onze benen onder onze bibs
vandaan.
Was mooi
zonnig, wel wind en zodoende wapperden de vlaggen prachtig. Waarom? 5 Mei, weet
je wel. Zoveel vlaggen...
Nu zal
een kopje thee wel smaken, koekje erbij.
Inmiddels
het eten gekookt en zelfs al verorberd. Anne vond het zwaar eten, dat zegt ie
altijd, als ie het minder lekker vindt, dan eet ie minder.
Het is
goed zo. Ik vond het heerlijk, dat is ook wat waard.
Er gaat
nu alweer van alles mis. Morgenvroeg moeten “ZE” weten, dat hij appelmoes
krijgt bij z’n pillen en dat weten “ZE” niet. Het lege pakje moeten we houden
als voorbeeld.
Ik vertel
hem, dat ik er ben en in de kelder staan heel veel pakjes appelmoes, we hoeven
de lege niet te bewaren.
In ieder
geval ben ik er morgen niet volgens Anne. Heb ik een dagje vrij? Wat zit dat
toch raar in dat hoofd. Hij vindt ook, dat er de hele dag veel te veel mensen
over de vloer komen.
Ik
probeer het nog één keer uit te leggen, dat ik dat ben, Froukje 1, Froukje 2,
Froukje 3.
Dat vindt
ie heel grappig, ik ook.
Ik ben er
even tussenuit gepiept, even dit intikken. Straks verder.
Ons
toetje eten we over een half uur, samen hebben we de kookwekker gezet. Als die
afloopt, weet hij er al niks meer van en is verbaasd, dat ie dan een toetje
mag. Vraagt eerst, wat een toetje is.
Wat is
het een vreselijke ziekte, die mijn Anne heeft. Hier spreekt wederom Froukje 1,
Froukje 2 en Froukje 3.
Ons
toetje ging er lekker in en volgens Anne at ik een toetje, die voor die ander
was, of ik weer eventjes eentje wil maken.
Moeilijk
hoor...
Later op
de avond werd nog een stuk moeilijker. Anne wilde weer weg en was er zo zeker
van. Hij had de sleutel van de achterdeur in z’n zak. Ik meende al, dat ik dat
hoorde, toen ie in de keuken was. Vertrouw ‘m nergens lang alleen.
Ik ben
erg boos geworden, toen hij mij de sleutels niet wilde geven. Daar schrok hij
van en ik kreeg ze.
Alles is
gedaan, al was het met veel ellende. Mag ik hopen, dat morgen weer goed wordt?
Hij was
ook zo wakker vanavond, anders valt ie steeds in slaap en houd ik ‘m wakker. Nu
was ie zo strijdlustig.
Wat een
rotziekte, hij vertrouwt mij niet meer.
Hij had
heel fijn gewandeld met Froukje. Froukje nr. 1 dus, de jongste en zijn eigen
vrouw.
Ik ga
proberen te slapen. Het liefst zou ik eerst willen zien of ie al slaapt, dan
lukt het me beter.
FRAN
No comments:
Post a Comment