15 Juli 2020
Vannacht weer nachtdienst en daarna vroege dienst.
Ik was verwend, dat is zo, maar hier wen ik NOOIT aan. En dan die
gezegdes. Z’n sokken waren zo nat en daarna z’n broeken ook. Ik trof hem aan in
de blote kont.
Z’n inlegkruisje verkruimeld, gedeeltelijk in het emmertje en verder
door de keuken op de grond. Wat is dat vreselijk spul, als dat nat wordt. Anne
heeft het ook helemaal uit elkaar geplozen.
Tuurlijk kan het een keer fout gaan, maar dat gezwets.....en die
rotzooi.
Wel even handenwassen, inmiddels vindt hij dat al heel gewoon. Gelukkig
was z’n bed nog kurkdroog.
Ik heb slip en broek van boven gehaald, hem gewassen en alles weer
schoon aangetrokken en met het ene na het andere smoesje weer in bed gekregen
en gezegd: “Slapen is zo goed voor ons, krijgen we weer energie en kunnen er
beter tegen”.
Ik kus hem dan en vraag of ie een pepermuntje wil. “Nee”, was het
kortaf.
Vanmorgen zes uur was ie er al weer. Ik ben niet gegaan. Hij liep maar
door het benedenhuis te banjeren en ik m’n oren maar spitsen. Ik heb zelfs
gedacht, dat het de buurman was, mijn gehoor reikt ver.
Voor acht uur was ik beneden en trof een ongeruste Anne aan. Oma was
geweest en had hem verteld, dat ie naar de Vierackers moet. En dat het al heel
laat is. Ik probeer ‘m wat rustig te krijgen, maar hij is zo wild.
Ik weet me even geen raad en zeg: “Waar is oma nu, nu wij haar nodig
hebben. Laat zij het maar overnemen, dan mag ik rustig aan doen”.
Hij wist niet, waar ze gebleven was, maar daar was het probleem niet mee
opgelost. Hij bleef maar om me heen walsen, ook al stuurde ik ‘m met de kleding
in de kledingzak de kamer in na hem opnieuw gewassen te hebben.
“Hup, Anne, daar moet je je aankleden, hier moet ik aan het werk”.
Hij ging en kon ik snel de sleutel pakken, de rollator uit de schuur halen, z’n
bakje met pillen en appelmoes erin stoppen. Ik zucht, dat kan niet meer
mislukken.
De onderbroek en sokken van vannacht waren weg, dus weer zoeken. Op de
verwarming achter de stoel in de keuken. “Anne, ga eerst maar weer je handen
wassen, je hebt het weer erg druk gehad, of heeft oma dat ook gedaan?”. Ja dus,
oma had de sokken en de onderbroek daar gelegd.
Ik wordt zo ongeduldig en zeg voor de tweede keer: “Waar is dat ouwe
mens nu, nu ik haar zo nodig heb?”. “Dat weet ik niet”, zegt Anne in alle
ernst.
Vreselijk dit al, ik schaam me diep. De chauffeur kwam half tien en ver
voor negen uur zaten we al in de wachtstand. Anne moet toch ook wel moe zijn.
Ik ben het wel. Gelukkig nog even rust in de tent alvorens ik op pad ga.
Nog wel met Anne in alle rust gepraat en gevraagd, of alles weer wat
rustiger was in z’n hoofd. Ja, hij begreep het alweer beter en vroeg, hoe laat
de chauffeur altijd komt. Ik vertel, dat de vroegste tijd altijd half tien is
en de laatste tijd tien over tien.
Gelukkig, hij is weer rustig en ik vraag of ie boos is op mij. Helemaal
niet en daar ben ik blij mee. Wat al een verhaal en de dag is nog maar net
begonnen.
Ik ga straks om boodschappen, maar vooraf eet ik met vriend Theo een
kroketje, die afspraak hebben we en dat is iets om naar uit te zien.
De
afspraak is al uit een ver verleden. Het mag weer, dus doen.
De boodschappen zijn toch eerst gehaald en op naar onze ontmoeting. Het
was fijn, het was super en ik voel, dat we het beiden waardeerden.
Een nieuwe afspraak wordt binnenkort gemaakt en dan wordt het de warme
bakker. Ook weer iets om naar uit te zien.
Even alle last van me afgegooid en genoten van het gebodene.
Het was zo
fijn, even m’n hart te luchten bij deze vriend vanaf z’n achtste jaar, zo
rekenden we vandaag uit. Ik was vijf en twintig jaar.
Inmiddels weten we al veel van en over elkaar en dat houden we erin. Zo
fijn te weten, dat we zulke goeie vrienden zijn.
Boodschappen inmiddels opgeborgen en ik voel me een stuk lichter, niet
qua gewicht, maar eigenlijk bedoel ik m’n leven. Het lag me zo zwaar op de
maag, deze nacht en het begin van de morgen.
Zou ik het nog kunnen blijven doen?
Zou ik het nog kunnen blijven doen?
Niet, als het iedere nacht bal is, dat zou te zwaar worden, maar af en
toe zo’n zware beurt. Ik gooi m’n kont nog niet tegen de krib.
Anne is weer thuis en in een betere stemming. Weet niet veel te
vertellen over vandaag, dus lees ik de folder. Er is niet veel gebeurd, maar
gewandeld is er wel. Gelukkig maar, want op de woensdag komt Ronald na vijf uur
altijd langs en eten we later, dus geen tijd voor de wandeling.
Ronald bleef een poos en dat is altijd fijn, we zien er altijd naar uit.
Ik was inmiddels al aan het eten begonnen, had even eerder gekund, want
Ronald won het en was me voor.
Lekker gepraat met ons drieën, zelfs Anne praatte dapper mee, of er van
een ziekte geen sprake is. Dat is zo byzonder.
Ronald ging huiswaarts en even later konden wij eten, wat inmiddels al
weer gedaan is. Het toetje wacht op het signaal gegeten te mogen worden en daar
stopt m’n verhaal.
Duimen voor een betere nacht is geen luxe, dus bij deze.
FRAN
No comments:
Post a Comment