3 April 2020
Gisteravond
heb ik een beetje raar afscheid genomen.
Anne
wilde weer op pad. Had alles wat hij mee wilde hebben op een hoopje gelegd en
vertelde, dat hij de bovenste la ook mee wilde.
Ik vraag
dus: “Waar wil je naartoe, Anne?”
Dat wist
ie niet goed, wel een tas voor alle spullen en wel hier vandaan. Dan is het
moeilijk overtuigen, waar, wat en hoe.
Ik wijs
hem z’n bed en zeg: “Dit bed is van jou en boven heb ik een bed”. “Oh”, zegt
hij. Alles gaat traag, vraag of hij het toilet nog weet. Hij mompelde wat en
verdween in de WC. Ik kreeg hem maar niet in de goed modus.
Ik heb
hem geholpen met uitkleden, medicijnen toegediend, pepermuntje, z’n inlegkruis
in onderbroek gedaan en hem in bed gestopt. Hij zag heel vreemd, dus vroeg ik:
“Wat is er, Anne. Je mag mij alles vragen”. “Het voelt niet veilig”, zegt Anne.
Ik denk
razendsnel na, hoe nu verder. Ik neem hem in m’n armen en fluister weer, dat
hij te moe is en dan wil diep denken niet meer, dan helpt alleen slapen. Geef
hem een kusje op z’n wang en wacht af. Hij kust me terug en zegt, dat het wel
goed is.
Wat moet
je dan? Ik wijs nog even op de fles in de emmer, dat ie daarin mag plassen, het
lijkt hem niet te interesseren. Pak al z’n kleding in de tas en zeg: “Tot
morgen, Anne”. “Ja, tot morgen”, zegt ie vaag.
Als ik
dit in tik moet vannacht nog komen, ik ben er onrustig over, zal toch proberen
te slapen.
Tot
morgen, misschien valt het allemaal wel mee. Ik overdenk de dag. Niks
bijzonders. Vanmiddag nog weg geweest en later nog een kaart in de brievenbus
gedaan, om ons rondje af te sluiten. Wel harde wind. We sluipen dan door de
steegjes, om de wind voor de gek te houden. Een leuk spelletje, daarin gaat ie
altijd mee.
Ik duik
in bed, m’n oren blijven gespitst.
De dag is
ruimschoots begonnen, de nacht was goed, voor zover ik het zie. Ik was
onrustig. Anne leest op z’n dooie akkertje de krant en ik wip er even tussenuit
om iets te noteren. Veel is het niet, maar mijn behoefte is zo groot.
De zon is
er, maar de lust tot wandelen ontbreekt bij ons allebei. We gaan eerst maar een
aan de koffie, het is bijna tien uur.
Daarna
zien we wel weer. De krant staat vol over/met Corona en Anne verslindt het,
helaas. Misschien vindt hij dat onveilig? We hebben het er weinig over. Hij
snapt, wat ie wil snappen en dat is vaak niet het goede. Hij denkt wat
negatief, zo jammer.
We gaan
lunchen, ik heb net m’n boodschappenlijstje naar Sonja gestuurd. Lijstje? Het
lijkt wel van een lengte van een Roman.
Alles in de goede richting......de neus
de goede kant op.
Gelukt?
Dat zal ik nog wel horen. Neem van mij aan, het was een puzzel, maar....toch
graag gedaan, het is voor een goed doel. Alvast bedankt Sonja.
Het weer
valt mee, straks dus toch even eruit, Anne is erg lief vanmorgen, ik denk, dat
vandaag alles gaat lukken.
Morgen dus
meer.
4 April 2020
Gisteren
tijdens onze wandeling een prachtige struik zien bloeien. Ik heb er een foto
van gemaakt en doe ‘m hierbij.
En niet
zomaar voorbij het prachtige huis in de Larix gekomen, er moest een foto van
gemaakt. Ook die moet hierin. Een herinnering voor later.
Verder
was het een goeie dag, Anne was erg traag en tijd hebben we wel. Ook het naar
bed toe gaan duurde weer langer dan ooit.
Zo traag als dikke stront wordt het
ook wel genoemd.
Deze
avond ging wel alles zonder moeilijkheden, we wonen weer hier, gelukkig.
Straks
verder, nu eerst rust op de plaats.
De nacht
was uitzonderlijk goed, zo fijn voor hem en haar.
He he,
het ontbijt zit erin. Even een schone doek over de tafel. M’n baasje loert eens
met een scheef oog over de tafel en ik zeg zonder na te denken: “Toe maar, daar
ligt de doek....”. Hij kijkt en zegt: “Ik zie niks”. “Oh...wat jammer”, zeg ik
en daarna, “volgende keer beter”.
Ik ben te
snel, deze keer pakte hij het goed op, gelukkig. Soms vindt hij die snelle
reacties niet echt leuk. Ik ook niet, maar ik wordt nog eens gek van die
controles.
Enfin, de
nacht was goed, we hebben nu alweer even geknuffeld om het goed te maken en
gaan verder vol goede moed.
Ik puzzel
even en dan komt ene Suzanne. Ik schijn haar te kennen, dan wel uit een ver
verleden.
Suzanne
bleek echt nieuw voor ons en niet de blonde vrouw met krulletjes. Ze had nu
rood/bruin haar, maar heet wel Suzanne. Er was een reden, heur haar groeide
uit, de kapper is werkloos en daardoor ineens een ander tintje.
Dat was
dus de nieuwe Suzanne. Ook zij voldoet goed. Het zijn allemaal lieve
zorgverleners. Eerlijk is eerlijk, we missen Tserk (met een s). Hoe zou het hem
vergaan?
Sonja is
geweest met de boodschappen, deed oefeningen met Anne, oefeningen van Doré en
ik mocht een rondje fietsen.
Koffie
dronk Sonja hier met boerencake. Daarin was ik weer te gul geweest, het bleek
een te groot/dik stuk. Moeders hé, ze willen nog steeds voor hun kindertjes
zorgen. Sonja is weer naar haar Jan en samen met hond Thor zullen ook zij
genieten van dit mooie uitzonderlijke weer.
We hebben
luxe geluncht met heerlijk Paasbrood. We gaan door tot het gaatje. Maar nu stop
ik hier, beneden wacht een man, die graag wil wandelen, tenminste, dat hoop ik
maar. Als ie inmiddels de tuin weer is gaan verkennen, dan heb ik pech. Krijg
‘m dan maar eens mee.
En ik ben
er al uit geweest, dus niet klagen, maar dragen.
Tot een
volgende dag...
Hier stop
ik.
FRAN
No comments:
Post a Comment