28 April 2020
Gisteren
was een goeie dag, maar des avonds werd het weer een stuk moeilijker om door te
breken in het brein mijner man.
Er was
weinig, wat ik goed kon doen en dan stopt m’n fantasie toch echt wel een keer.
Helemaal meegaan in zijn verhaal is geen goed idee, hij wil namelijk weg van
hier en dan naar Froukje.
Te weten,
dat ik Froukje ben, hoe bedenk je dan om verder te gaan als de Froukje die
zomaar die naam draagt, maar Froukje niet is.
Eens las ik in een e-mail van m’n nicht, dat ze iemand kende, die dan een stukje om het huis liep, om de man/vrouw de indruk te geven, toe te geven aan zijn of haar verhaal om weg te willen.
Dat wordt hier te ingewikkeld, het zou een idee kunnen zijn?
Ik zie
het niet zitten om ‘s avonds samen een rondje te moeten lopen in de hoop, dat
ie dan rustig zich naar bed laat begeleiden.
Uiteindelijk
kost het me wel heel veel tijd, maar krijg ik hem in bed, mag ‘m zelfs
knuffelen en wensen we elkaar een goeie nacht. Zelfs de nacht daarna gaat goed.
Niet dat ik me dat voor kan stellen en dus niet durf te gaan slapen.
Deze
morgen gaat alles weer perfect. Is ie gewassen door Kirsten een bekende
inmiddels.
Ze dronk
koffie mee en het lijkt allemaal weer terug te komen. Ik weet nog niet wie ik
vandaag ben, dat is een ander verhaal.
Doré, de
Fysio-therapeute belde nog. We doen eigenlijk te weinig oefeningen. Sorry, van
mij neemt hij niet alles aan en neem ik even afstand. Onze dochter doet meestal
eens per week oefeningen en dat moet het dan maar zijn.
Gelukkig
lijkt het niet mogen komen van Doré bijna voorbij te zijn en daar neemt ie
alles van aan, want zij is degene, die er voor gestudeerd heeft. Zo slim is ie
wel, dat ie dat goed begrijpt.
Soms
heeft ie behoorlijk veel pijn en soms weer minder. Ik heb Doré beloofd vandaag
te bellen met de Neuroloog, tenminste, met die afdeling, of er misschien iets
met de hoeveelheid van de medicijn veranderd moet of kan worden.
En zo
modderen we maar wat aan.
Al gebeld
met de Neuroloog en heel vriendelijk te woord gestaan. Pillen worden
vermeerderd en de Neuroloog belt me over twee weken zelf. Ik ben er blij om.
De pillen
werden rechtstreeks besteld via de Apotheek, waarna ik de Apotheek gebeld heb,
ze te willen bezorgen, want halen blijft hier moeilijk.
Misschien
straks een wandelingetje, voor ons allebei een weldaad, ook al moet ik ‘m
overhalen. Maar als we dan eenmaal onderweg zijn, lopen we steeds verder op
zijn verzoek. Tuurlijk houd ik in de gaten, dat we ook terug moeten en zitten
we vaak op een bankje door ons beiden uitgekozen.
Een
badlaken in het net van de rollator, een pepermuntje en we zijn tevreden. Een
kinderhand is snel gevuld, dat telt voor ons beiden.
We gaan
zo lunchen en daarna kom ik terug met m’n gezemel, gezeur, mijn verhaal.
De zon
laat verstek gaan, toch probeer ik Anne zover te krijgen een rondje te lopen.
De lunch zit erin, gekookt eitje erbij.
Wandelen
werd uitgesteld, er vielen een paar drupjes. Toch later nog gegaan, nadat we
eerst even in een dip terecht kwamen. Ik zit in de kamer en nog ziet ie me
niet.
Volgens
Anne heeft Ilona gisteren met iemand anders zijn bed opgemaakt en hij vroeg
zich af, waar ik toen weer was. Ik kon er even niet meer tegen en zei, dat ik
er altijd was, behalve gisteren. Sonja was er en ik mocht even fietsen.
Anne
helemaal in verweer. Zondag was ik er ook al niet en zo vaak, dat ik weg was.
Raar
genoeg moest ik huilen en begreep hij er niks van.
Ik legde
hem uit, dat ik er altijd voor hem zou zijn, maar dat het me pijn deed, dat hij
niet zag, dat ik het was. Ik niet geschikt was voor dit werk en het nooit zou
doen, als het niet voor hem zou zijn.
Ik
verdween in mezelf en Anne begreep er niks van nadat hij eerst ontzettend hard
had zitten lachen.
Ik houd
dit niet lang meer vol, waar ik zo moe van ben, wie zal/kan het zeggen. De
onmacht en niet gezien te worden.
Misschien ben ik te egoïstisch, maar het doen
zo’n pijn, als je van alles moet doen, waar Anne een hekel aan heeft en hij in
mij z’n vijand gaat zien.
We hebben
nog even gewandeld, Anne was erg lief, snapt echt niet, waar ik zo mee zit.
Ik
heb ook gezegd, dat ik het hem niet kwalijk neem, maar me zo verdrietig voel en
....nu jank ik alweer. Mijn God, wat ben ik een stumper.
Genoeg
voor vandaag...
FRAN
No comments:
Post a Comment