Wednesday 29 April 2020

Ra, ra wie ben ik?

28 April 2020

Gisteren was een goeie dag, maar des avonds werd het weer een stuk moeilijker om door te breken in het brein mijner man.

Er was weinig, wat ik goed kon doen en dan stopt m’n fantasie toch echt wel een keer. Helemaal meegaan in zijn verhaal is geen goed idee, hij wil namelijk weg van hier en dan naar Froukje.

Te weten, dat ik Froukje ben, hoe bedenk je dan om verder te gaan als de Froukje die zomaar die naam draagt, maar Froukje niet is.

Eens las ik in een e-mail van m’n nicht, dat ze iemand kende, die dan een stukje om het huis liep, om de man/vrouw de indruk te geven, toe te geven aan zijn of haar verhaal om weg te willen.

Dat wordt hier te ingewikkeld, het zou een idee kunnen zijn?

Ik zie het niet zitten om ‘s avonds samen een rondje te moeten lopen in de hoop, dat ie dan rustig zich naar bed laat begeleiden.

Uiteindelijk kost het me wel heel veel tijd, maar krijg ik hem in bed, mag ‘m zelfs knuffelen en wensen we elkaar een goeie nacht. Zelfs de nacht daarna gaat goed. Niet dat ik me dat voor kan stellen en dus niet durf te gaan slapen.

Deze morgen gaat alles weer perfect. Is ie gewassen door Kirsten een bekende inmiddels.

Ze dronk koffie mee en het lijkt allemaal weer terug te komen. Ik weet nog niet wie ik vandaag ben, dat is een ander verhaal.

Doré, de Fysio-therapeute belde nog. We doen eigenlijk te weinig oefeningen. Sorry, van mij neemt hij niet alles aan en neem ik even afstand. Onze dochter doet meestal eens per week oefeningen en dat moet het dan maar zijn.

Gelukkig lijkt het niet mogen komen van Doré bijna voorbij te zijn en daar neemt ie alles van aan, want zij is degene, die er voor gestudeerd heeft. Zo slim is ie wel, dat ie dat goed begrijpt.

Soms heeft ie behoorlijk veel pijn en soms weer minder. Ik heb Doré beloofd vandaag te bellen met de Neuroloog, tenminste, met die afdeling, of er misschien iets met de hoeveelheid van de medicijn veranderd moet of kan worden.

En zo modderen we maar wat aan.


Al gebeld met de Neuroloog en heel vriendelijk te woord gestaan. Pillen worden vermeerderd en de Neuroloog belt me over twee weken zelf. Ik ben er blij om.

De pillen werden rechtstreeks besteld via de Apotheek, waarna ik de Apotheek gebeld heb, ze te willen bezorgen, want halen blijft hier moeilijk.


Misschien straks een wandelingetje, voor ons allebei een weldaad, ook al moet ik ‘m overhalen. Maar als we dan eenmaal onderweg zijn, lopen we steeds verder op zijn verzoek. Tuurlijk houd ik in de gaten, dat we ook terug moeten en zitten we vaak op een bankje door ons beiden uitgekozen.

Een badlaken in het net van de rollator, een pepermuntje en we zijn tevreden. Een kinderhand is snel gevuld, dat telt voor ons beiden.

We gaan zo lunchen en daarna kom ik terug met m’n gezemel, gezeur, mijn verhaal.

De zon laat verstek gaan, toch probeer ik Anne zover te krijgen een rondje te lopen. De lunch zit erin, gekookt eitje erbij.

Wandelen werd uitgesteld, er vielen een paar drupjes. Toch later nog gegaan, nadat we eerst even in een dip terecht kwamen. Ik zit in de kamer en nog ziet ie me niet.

Volgens Anne heeft Ilona gisteren met iemand anders zijn bed opgemaakt en hij vroeg zich af, waar ik toen weer was. Ik kon er even niet meer tegen en zei, dat ik er altijd was, behalve gisteren. Sonja was er en ik mocht even fietsen.

Anne helemaal in verweer. Zondag was ik er ook al niet en zo vaak, dat ik weg was.

Raar genoeg moest ik huilen en begreep hij er niks van.

Ik legde hem uit, dat ik er altijd voor hem zou zijn, maar dat het me pijn deed, dat hij niet zag, dat ik het was. Ik niet geschikt was voor dit werk en het nooit zou doen, als het niet voor hem zou zijn.

Ik verdween in mezelf en Anne begreep er niks van nadat hij eerst ontzettend hard had zitten lachen.

Ik houd dit niet lang meer vol, waar ik zo moe van ben, wie zal/kan het zeggen. De onmacht en niet gezien te worden. 

Misschien ben ik te egoïstisch, maar het doen zo’n pijn, als je van alles moet doen, waar Anne een hekel aan heeft en hij in mij z’n vijand gaat zien.

We hebben nog even gewandeld, Anne was erg lief, snapt echt niet, waar ik zo mee zit.

Ik heb ook gezegd, dat ik het hem niet kwalijk neem, maar me zo verdrietig voel en ....nu jank ik alweer. Mijn God, wat ben ik een stumper.



Genoeg voor vandaag...

FRAN

No comments:

Post a Comment